Skip to Content

Middelburg; Bezienswaardigheden & Activiteiten

Middelburg; Bezienswaardigheden & Activiteiten

Middelburg is de hoofdstad van de provincie Zeeland en ligt op het eiland Walcheren. Middenin de stad stroomt het Kanaal door Walcheren. Een mooie, historische stad met kronkelende straatjes, statige grachtenpanden, een fraaie abdij en laatgotisch stadhuis. Met meer dan 1200, vaak prachtig gerestaureerde, monumenten is Middelburg een stad waar veel te zien is. Overal proef je de rijke historie van deze voormalige VOC-handelsstad.

Bezienswaardigheden Middelburg

De stad Middelburg zelf is een beschermd stadsgezicht, evenals het gebied van de Noordweg.

Herenhuizen langs de Kaaien.

Langs de gracht liggen de kaaien (kades) Nieuwe Haven, Turfkaai, Houtkaai, Bierkaai, Londensekaai (wolhandel), Rouaansekaai, Maïsbaai. Dwarskaai en Rotterdamsekaai met mooie achttiende-eeuwse koopmanshuizen en pakhuizen. Ze verwijzen naar een tijd van grote welvaart in Middelburg in de tijd van de VOC toen er nog een open verbinding met de zee was. Middelburg kent, op de Loskade na, alleen maar de benaming kaai.

Koepoort

De Koepoort is, van de ooit acht aanwezige stadspoorten, de enige die in zijn geheel bewaard is gebleven. De poort is in late Lodewijk XIV-stijl gebouwd, in de eerste helft van de achttiende eeuw en was de opvolger van verscheidene vroegere koepoorten. Waar de eerdere poorten dienden als verdedigingswerken, diende de nieuwe poort voornamelijk als sierpoort.

De eerste Koepoort is uit de 13e-14e eeuw. In 1593 werd deze poort vervangen en verplaatst naar het einde van de huidige koepoortstraat en de toenmalige rand van de stedelijke bebouwing. Het was een houten poort. Middelburg breidde snel uit en bij de uitlegging van de stad in 1595-98 werd er een nieuwe Koepoort gebouwd aan de noordoostzijde van het Molenwater. In de 18de eeuw werd de poort afgebroken en voor de bouw van de nieuwe poort werd gebruik gemaakt van baksteen voor de muren, arduinsteen, en Bentheimer steen voor de twee wapens en de acht vazen. Deze vazen werden in 1739 geleverd waarmee de poort kon worden afgeleverd.

De acht poorten van Middelburg werden in de 18e en 19e eeuw één voor één gesloopt, maar deze poort bleef staan. Echter, tussen 1841-1848 werden de stadswallen veranderd in een wandelgebied, naar een ontwerp van tuinarchitect Karel George Zocher. Dit project werd voornamelijk gerealiseerd om sociale werkgelegenheid te creëren. Tijdens deze werkzaamheden werd de ophaalbrug weggehaald. In plaats daarvan werd er gebruik gemaakt van een veerpontje waarvoor tol betaald moest worden. In 1888 werd een houten bruggetje aangelegd. Het verkeer nam natuurlijk toe, en het bruggetje werd vervangen door een stenen brug in 1923, waarover ook auto’s konden passeren.
Sinds 2019 zijn er twee B&B appartementen in de poort.

Stadhuis van Middelburg

Het laatgotische Stadhuis van Middelburg met daarin opgenomen de Vleeshal /Stichting Beeldende Kunst Middelburg (SBKM), vind je aan de Markt. De bouw begon in 1452 en duurde tot 1520. Het stadhuis heeft een toren met een klok en een carillon. Middelburgers noemen de toren Malle Betje, omdat de klok altijd achterloopt bij die van de Lange Jan.

Al in de 13e eeuw was er een stadhuis, aan de Lange Delft. Een brand in 1426 legde dit stadhuis in de as, maar werd op dezelfde plek herbouwd. In 1451 vergaderden de burgemeesters al over de bouw van een nieuw stadhuis. Op 21 april 1452 werd de eerste steen gelegd voor het stadhuis aan de Markt. De bouw betrof niet alleen het stadhuis, maar ook de Vleeshal en Lakenhal.

In 1506 werd gestart met de tweede bouwfase van het stadhuis. In dat jaar werden stenen trappen en materiaal voor de toren aangekocht. De toren werd tussen 1512 en 1516 gebouwd. Het duurde echter tot 1521 voordat de toren met hout en leien werd gedekt. De toren had oorspronkelijk hoger moeten worden, maar men besloot uiteindelijk de toren te laten zoals hij was. Dit verklaart waarom het zolang duurde voordat het dak werd aangebracht. De tweede bouwfase werd afgesloten met de aankoop van een stukje grond ten westen van het stadhuis in 1523, bestemd voor het steegje ‘De Helm’.

Na 1523 was het stadhuis grotendeels af maar in de eeuwen die volgden vonden verschillende verbouwingen en verfraaiingen plaats. De toren werd bekroond met een windwijzer in de vorm van een ‘zeeridder’. Het uurwerk, vervaardigd in 1525, werd in 1590 met ’twee houten mannekens’ versierd. In 1613 werd de ingang van het stadhuis naar rechts verplaatst. In 1756 kwam het huidige bordes voor de ingang. In de top van de Vleeshal werd in 1729 een grote houten zonnewijzer aangebracht.

Op 17 mei 1940 werd Middelburg getroffen door een enorme stadsbrand als gevolg van oorlogshandelingen. Op die dag werd het centrum van Middelburg verwoest. Van het stadhuis bleven enkel de zwartgeblakerde muren overeind, het gehele interieur (waaronder het stadsarchief) ging verloren. Kort na de verwoesting werd begonnen met de wederopbouw. Men besloot om de gevels van het oude raadhuis in Gotische stijl te herstellen en een deel nieuwbouw in aangepaste stijl toe te voegen. Op 18 augustus 1950 werd het gerestaureerde stadhuis door koningin Juliana opnieuw in gebruik gesteld.

De gemeente Middelburg heeft tot 2004 gebruik gemaakt van het stadhuis. In dat jaar vertrokken gemeentebestuur en ambtenaren naar een nieuw stadskantoor aan het Kanaal door Walcheren. Er werd al snel een nieuwe invulling gevonden want op 31 augustus 2004 opende koningin Beatrix de Roosevelt Academy (sinds 2013 University College Roosevelt). De voormalige vleeshal van het vroegere stadhuis is sinds de jaren zeventig een (inter)nationaal erkend centrum voor hedendaagse kunst, met elke drie maanden wisselende tentoonstellingen.
In de voorgevel bevinden zich 25 beelden die de graven en gravinnen die over Zeeland hebben geregeerd moeten voorstellen. De rij beelden begint bij Dirk V en eindigt bij Karel V. De laatste landsheer, Filips II, komt niet in de beeldengalerij voor. Waarschijnlijk is de Tachtigjarige Oorlog de oorzaak voor het niet plaatsen van zijn beeld. Er was nog plek voor nieuwe gravenbeelden in de gevel van de Lange Noordstraat maar doordat Filips II als heerser werd afgezet in 1581 (Plakkaat van Verlatinghe) zijn er geen nieuwe beelden meer bijgekomen. Oorspronkelijk waren de beelden in felle kleuren beschilderd. Tijdens de restauratie van 1881-1918 werden alle beelden verwijderd en vervangen door nieuwe exemplaren. Enkele fragmenten worden in de Vleeshal bewaard.

In de topgevel van de Vleeshal werd op 30 april 1910 een beeld van koningin Wilhelmina en prinses Juliana onthuld. Het beeld lijkt op een Madonna met kind, en daar was ook veel kritiek op van het gemeentebestuur. In de ontvangsthal was vroeger de ‘hoge vierschaar’ gevestigd, belast met de berechting van zware criminele zaken. Het stadhuis wordt ook gebruikt voor trouwerijen, die plaatsvinden in de ’trouwzaal’. In deze ruimte was de ‘ordinaire vierschaar’ gesitueerd, belast met de berechting van kleine misdrijven.

De functie als stadhuis is nog te herkennen in twee vertrekken, de raadzaal en de kamer voor B&W. Het meubilair in beide kamers stamt nog uit de tijd dat het gebouw nog als stadhuis werd gebruikt. Boven de Vleeshal bevindt zich tegenwoordig de Burgerzaal die gebruikt wordt voor officiële ontvangsten. Vroeger was dit vertrek de Lakenhal.

Vóór de Tweede Wereldoorlog was er een museum in het stadhuis gevestigd (de stedelijke oudheidkamer). De museale voorwerpen gingen met het grootste gedeelte van het toenmalige stadsarchief op 17 mei 1940 door brand verloren. Al tijdens de Tweede Wereldoorlog begon men met de wederopbouw en ‘heraankleding’ van het stadhuis.

In 2009 werd door Trouw een verkiezing van het mooiste gebouw van Nederland georganiseerd waarbij het stadhuis van Middelburg op de tweede plaats eindigde. De kleuren van de raamluiken (geel, wit en rood) verwijzen naar de oorspronkelijke vlag van Middelburg. Deze stadsvlag bestond uit drie horizontale banen: geel boven, wit in het midden en rood onder. Op 22 april 1974 werd deze vlag door de gemeente vervangen en werd de rode vlag met gouden burcht officieel als gemeentevlag vastgesteld.

Meer informatie vind je hier.

Kuiperspoort

De Kuiperspoort is een straat waarvan de naam verwijst naar het kuipersgilde dat hier in de 17e eeuw gevestigd was. De nauwe straat is belegd met kasseien en heeft een uitgang aan de Dam en aan de andere kant een poort die uitkomt op de Rouaansekaai. Het poortgebouw is uit 1586 en werd in 1642 door het kuipersgilde aangekocht. De meeste gebouwen, waaronder de pakhuizen die dateren uit de tijd van de VOC, werden in de jaren 1970 gerestaureerd waarbij de voorgevels behouden bleven. Zeventien panden uit de 17e en 18e eeuw hebben sinds 1966 de status van rijksmonument.

Kloveniersdoelen

De Kloveniersdoelen is gelegen aan de Achter de Houttuinen tegenover de Langeviele. Het gebouw uit 1611 heeft een Vlaamse gevel. In de middeleeuwen ontstonden er in Middelburg drie schutterijen, de St.-Sebastiaan schutterij van de handboog, de St.-Joris schutterij van de kruis- of voetboog en de geweerschutterij, genaamd Kloveniers, naar de clover. Deze schutterij werd opgericht in 1509 en maakte gebruik van een schuttershof aan de zuidzijde van de Dam. Deze locatie voldeed echter niet en er was behoefte aan zowel een groter gebouw als een schietbaan. Daarom werd aan het einde van de Langeviele een nieuw schuttershof gebouwd. De Domburgse Watergang, die over dit terrein liep, werd overwelfd door de stad in 1610. De voorgevel, met 36 sierankers, is opgetrokken uit baksteen met speklagen, rustend op een plint van zandsteen. De Vlaamse topgevel, boven het bordes, wordt in drie delen verdeeld door twee waterlijsten. In de gevel zijn twee gebeeldhouwde stenen aangebracht met de wapens van Middelburg en Zeeland. De gevel wordt afgesloten met een gebeeldhouwde gevelsteen met twee haakbussen en kogels, verwijzend naar het gebruik door de Kloveniers. Boven op deze steen staat een fronton met blank wapenschild en deze wordt bekroond door een vergulde adelaar. Het dubbele bordes is versierd met vier leeuwen en de wapens van Middelburg en Zeeland.

Na 278 jaar hield de schutterij op te bestaan en de doelen werd verkocht aan de VOC. Dit duurde tot de Franse inval in 1795 toen het gebouw werd ingericht als militair hospitaal. Tijdens de Engelse inval werd deze ontruimd, maar toen de Fransen Walcheren weer in handen hadden werd het op 21 januari 1810 weer in gebruik genomen. In 1811 stierven er 1857 Franse soldaten aan Zeeuwse koorts. Op 1 augustus 1813 werd het hospitaal verplaatst naar de Grote Kerk in Veere. In 1914 werden er gewonde geïnterneerde Belgische soldaten verpleegd. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, op 6 juli 1940, werd het gebouw tijdelijk ingericht als kantoor van de Distributiedienst. Na de oorlog kwam het in gebruik als hulpkazerne voor het leger. In 1958 werd een deel tijdelijk ingericht als kleuterschool. Aan het begin van 2013 werd het gebouw verbouwd waarna een filmtheater en grand café in het pand werden gevestigd.

Sint-Jorisdoelen

De Sint-Jorisdoelen is een voormalig schuttershof aan de Balans. Het oorspronkelijke gebouw uit 1582 is tijdens de stadsbrand van 17 mei 1940 volledig verwoest. In de periode 1969-1970 is de gevel herbouwd naar het oorspronkelijke ontwerp van 1582. Deze gevel werd geflankeerd door twee moderne zijvleugels. De eerste vermelding van de aanwezigheid van het Sint Joris schuttersgilde voor de kruis- of voetboog in Middelburg is uit 1352. Zij bezaten een hof nabij de Sint-Janskerk. Dit hof werd in 1541 onteigend en gesloopt door het Middelburgse stadsbestuur vanwege de aanleg van de Nieuwe Haven. In 1542 werd geld beschikbaar gesteld voor de aanleg van een nieuw hof op grond van het begijnhof. In 1582 werd aan de Balans de Sint-Jorisdoelen gebouwd, aangrenzend aan het hof. In de loop van jaren transformeerde het schuttersgilde in een soort broederschap. In 1766 vonden er aanpassingen aan het gebouw plaats, waarbij op het dak een tweede rij dakvensters werd geplaatst en de ramen werden gewijzigd van kruis- naar schuiframen. Boven de poort links van het gebouw werd een nieuwe verdieping gebouwd. In 1894 werd het pand gerestaureerd waarbij de zandstenen kruisramen op de begane grond werden vervangen voor houten ramen en de toegangspoort werd hersteld in de oorspronkelijke zandstenen uitvoering. Na het bombardement in 1940 werd de doelen in originele stijl herbouwd. Nu is het een hotel.

Abdij van Middelburg

De abdij van Middelburg met het abdijplein, de Koorkerk, de abdijtoren (Lange Jan) en de Nieuwe Kerk zijn de blikvangers van de stad. Hier zijn nu het provinciehuis en het Zeeuws Museum te vinden. Het complex ligt in het midden van de stad en bestaat uit een min of meer rondlopend gebouw met vier grote en een kleine toren en diverse poorten met in het midden een plein, het Abdijplein, met grote bomen.
Sinds 1100 hadden monniken in Middelburg al een klooster. In 1127 vestigden de premonstratenzers uit de Sint-Michielsabdij van Antwerpen zich hier. In 1401 kwam de abdij rechtstreeks onder de paus te staan. Eén van de abten was Nicolaas van der Burch (Nicolaas de Castro), die in 1559 tot eerste bisschop van het nieuw opgerichte bisdom Middelburg werd benoemd. In 1574 kwam er een eind aan het kloosterleven na het langdurige Beleg van Middelburg (1572-1574), dat uiteindelijk zorgde voor de overgave van de Spaansgezinde katholieke stad. Ondanks garanties van Willem van Oranje dat geestelijken ongemoeid zouden worden gelaten, werden de abdij en het katholiek geloofsleven erin onder dwang beëindigd. De abdij werd hierna omgedoopt tot Het Hof van Zeeland en ingenomen door het gewestelijk bestuur. Sinds 1812 is het Provinciaal Bestuur van Zeeland er gevestigd en staat het complex ook bekend als het Provinciehuis. Sinds 1972 is in een deel van het complex het Zeeuws Museum gevestigd, in 1986 werd in een ander deel het Roosevelt Study Center gehuisvest.

De Koorkerk is een deel van de vroegere abdij van Middelburg. De kerk wordt zo genoemd omdat ze bestaat uit het koor van de abdijkerk; de rest van de kerk vormt de Nieuwe Kerk. De eenbeukige kerk is gebouwd aan het begin van de veertiende eeuw. Het is een eenvoudige kerk in de stijl van de Vlaamse baksteengotiek. Het interieur van de kerk is opmerkelijk sober, maar bijzonder licht door de hoge vensters. Na een brand in 1568 werd het toenmalig houten gewelf vervangen door een stenen netgewelf. Tijdens het bombardement van 17 mei 1940 werd de Koorkerk gedeeltelijk verwoest, maar na de Tweede Wereldoorlog werd hij gerestaureerd.

De Abdijtoren is een 90,5 meter hoge kerktoren tegen de zuidwand van de Koorkerk. De toren heeft als bijnaam de Lange Jan. De Abdijtoren is uit de tweede helft van de veertiende eeuw. Hij is achtkantig van vorm en bekleed met ledesteen. In 1590 was er een houten spits in renaissancestijl, maar deze verbrandde in 1712 waarna er een nieuwe hoge spits kwam. na het bombardement is de spits in eenvoudigere vorm herbouwd met aanpassingen om de beiaard te kunnen huisvesten en draagt een keizerskroon.

De oudste berichten over een klokkenspel in Middelburg zijn uit 1371. Eind twintigste eeuw werd een deel van de beiaard, met name de hoogste octaven vervangen door beter gestemde exemplaren. Naast een met computer gestuurd automatisch speelwerk om de uurslagen en de kwartieren aan te kondigen, wordt de beiaard op marktdagen op donderdag (en soms op zaterdag) door een beiaardier bespeeld tussen twaalf en twee uur gedurende een uur. In de wintermaanden zijn er minder bespelingen.

De Abdijtoren kan tegen betaling tot ongeveer de helft beklommen worden en telt 207 treden. Je hebt dan uiteraard een mooi uitzicht over Middelburg.

Nieuwe Kerk

De Nieuwe Kerk (of Sint-Nicolaaskerk) is oorspronkelijk een veertiende-eeuwse kerk, maar door een brand in 1568 kreeg het zijn huidige vorm: een eenvoudige tweebeukige hallenkerk met hoge spitsboogvensters en onversierde steunberen. De westgevel bestaat uit twee puntgevels die door een achtkantige traptoren worden gescheiden. In de negentiende eeuw kreeg het nog een neogotische westgevel, nieuwe gewelven en kapitelen, maar die werden verwijderd tijdens de restauratie van 1900. Op 17 mei 1940 werd de kerk door oorlogsgeweld bijna volledig verwoest, maar werd daarna hersteld tijdens de wederopbouw.

Tussen de twee kerken bevindt zich de toren Lange Jan en de Wandelkerk, het middenkoor waar het zeventiende-eeuwse praalgraf voor de admiraals Johan en Cornelis Evertsen te zien is. Beide broers sneuvelden in 1666.

Oostkerk

De Oostkerk is een protestantse, achtkantige, barokke koepelkerk. De bouw duurde van 1648 tot 1667 en was in Middelburg de eerste kerk die speciaal voor de protestantse eredienst gebouwd werd. Op 6 januari 2017 werd de laatste eredienst in de kerk gehouden.
In 1644 verzocht de Hervormde kerkenraad het stadsbestuur om het aantal kerken in Middelburg uit te breiden vanwege de groei van de gemeente. Gekozen werd om de kerk in het nieuwe oostelijke deel van de stad te plaatsen. De voorzijde van de kerk stond gericht in de lengte van de Breestraat, recht tegenover de Dampoort. De Oostkerk is volledig ontworpen in de stijl van het Hollands classicisme, maar met barokke invloeden. In het gehele ontwerp zijn zowel Ionische, Korinthische als Dorische details terug te vinden.
De kerk is volledig gerestaureerd en wordt nu gebruikt voor concerten, lezingen, tentoonstellingen en dergelijke evenementen.

De synagoge van Middelburg

De synagoge van Middelburg werd in 1705 gebouwd in de achtertuin van de woning van de joodse koopman Benjamin Levie. De ingang vind je in de Herenstraat. Het is de eerste synagoge die buiten Amsterdam op Nederlandse bodem werd gebouwd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw gebruikt als opslagplaats voor in beslag genomen radio’s. Tijdens de bevrijding van Walcheren in 1944 werd het gebouw door een Engelse granaat getroffen en zwaar beschadigd. Omdat er na de oorlog nauwelijks meer sprake was van een Joodse gemeenschap, werd de synagoge aan haar lot overgelaten. Het heeft daarom tot 1994 geduurd voordat de synagoge gerestaureerd werd. Het interieur is modern en multifunctioneel zodat er niet alleen diensten kunnen worden gehouden, maar ook lezingen en huiskamerconcerten.

Meer informatie vind je hier.

Zeeuws Slavernijmonument

Zeeuws Slavernijmonument op de Balans is een monument, ter herdenking van de afschaffing van de slavernij. De plaats van het monument was in de periode van de slavernij het centrale punt van van de Middelburgsche Commercie Compagnie waar kantoren, pakhuizen, magazijnen en bestuurskamers rondom gevestigd waren.

Op 2 juli 2005 werd het monument onthuld. Dit was een dag later (op 1 juli 1863 werd de slavernij afgeschaft) om zoveel mogelijk belangstellenden in staat te stellen bij zowel de nationale herdenking te zijn als in Middelburg. Sinds 2005 wordt er bij het slavernijmonument jaarlijks op 1 juli (in 2005 op 2 juli) de afschaffing van de slavernij herdacht. Dan worden er bij het monument kransen gelegd.

Het monument bestaat uit vier granieten zuilen, twee wit en twee zwart. De zuilen worden bijeengehouden door een rode streep. Dit staat symbool voor de zwarte en witte mens die een rood hart en rood bloed gemeenschappelijk hebben. De zuilen staan in een cirkelvormig bassin met een doorsnede van acht meter.

Molens in Middelburg

In de stad staat een aantal korenmolens. Ik noem er hier een paar.

De Hoop

De Hoop is een voormalige koren- en pelmolen aan het Vlissings Bolwerk. De molen werd in 1735 als pelmolen gebouwd. Na brand in 1753 werd De Hoop in 1755 hersteld als koren- en pelmolen. Waarschijnlijk werd de molen iets lager hersteld, wat het iets ‘dikke’ uiterlijk van de molen bepaalt. De molen werd na 1920 omgebouwd tot meelfabriek waarbij een elektromotor het werk overnam. De roeden van de molen hebben een lengte van circa 24,80 meter en zijn voorzien van hekwerk met zeilen. Een aantal vrijwillige molenaars laat de molen regelmatig draaien.

De Koning

De Koning is een korenmolen aan de Veerseweg, maar stond aan het eind van de in 1968-1970 afgebroken Winterstraat, op de zuidwestpunt van de historische binnenstad. Bij de aanleg van het Kanaal door Walcheren is de zuidelijke omwalling gesloopt en is de molen in 1867 verplaatst. De molen bleef tot 1938 op windkracht in bedrijf. In 1951 werd de vervallen molen onttakeld, maar in 1956 volgde een restauratie waarna de molen weer in bedrijf kwam. In 1995 en 1996 volgde nog een restauratie waarbij de molen ook recht werd gezet. Sinds 1998 is de molen weer op vrijwillige basis in bedrijf. De roeden van de molen zijn 22,30 meter lang. De binnenroede heeft het Systeem van Bussel met remkleppen en zeilen. De buitenroede is voorzien van hekwerk met zeilen. In De Koning bevinden zich vier koppels maalstenen: 3 koppel 16der blauwe en 1 koppel 16der kunststenen. Verder een buil en een schoonmachine. Ook is er een nog werkende dieselmotor aanwezig, die vroeger als hulpmotor in gebruik was. Een enkele regulateur werkt op drie van de vier koppels. De molen is eigendom van de gemeente Middelburg.

Getijdenmolen

De Getijdenmolen aan de Stadsschuur is een voormalige getijdenmolen, die als korenmolen was ingericht. De molen lag naast een spuisluis, waarvan de contouren in het plaveisel zijn aangegeven. Deze sluis was zodanig geconstrueerd dat het water zowel bij eb als bij vloed dezelfde stroomrichting had. De Getijdenmolen was een onderslagmolen met een rad van 7 meter. Bij de molen hoorde een molenbassin, het “Molenwater”. Later is evenwijdig aan de spuisluis een schutsluis voor het scheepvaartverkeer aangelegd. Het verschil tussen hoog en laag water bedroeg aanvankelijk ca. 2 meter, maar verminderde in de loop der tijd door verzanding. Het gebouw kreeg in de loop der tijd steeds andere functies; tegenwoordig is het een huisartsenpraktijk.

De aanleg van het Kanaal door Walcheren in 1873 deed het getij zo goed als geheel verdwijnen en maakte ook de schutsluis overbodig. In 1994 is het complex gerestaureerd, waarbij op de plaats van het oorspronkelijke waterrad een halve stalen cilinder op ware grootte is aangebracht.

Musea in Middelburg

Zeeuws Museum

Het Zeeuws Museum is een museum over de provincie Zeeland. Sinds 1972 is het Zeeuws gevestigd in de Abdij. Eind 18e eeuw richt het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap de Wetenschappen het Museum Medioburgense in Middelburg op. In 1886 wordt in dezelfde stad ook het Kunstmuseum opgericht. In de loop van de 20e eeuw raken de musea in verval en bij het bombardement in 1940 gaat een deel van de collectie verloren. In 1961 vestigt de Zeeuwse Museumstichting zich in het gebouw van het Museum Medioburgense in de Wagenaarstraat. Het museum krijgt een deel van de collectie van het Zeeuws Genootschap in bruikleen en de collectie van het Kunstmuseum wordt overgedragen aan de museumstichting.

In de collectie vind je de Zeeuwse wandtapijten, de historische collectie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, porselein uit de collectie Bal, Zeeuwse mode en streekdracht en de collectie hedendaagse kunst van de Provincie Zeeland.

Meer informatie vind je hier.

Zeeuws Archief

Het Zeeuws Archief is het Regionaal Historisch Centrum voor Zeeland, de gemeenten Middelburg, Veere en Kapelle. Het is een kenniscentrum voor historisch en genealogisch onderzoek in Zeeland. De dienst beschikt over een uitgebreide collectie van archieven, verzamelingen, tekeningen, kaarten, prenten en foto’s over alle mogelijke onderwerpen uit de provincie Zeeland.

In 2007 sloot het Zeeuws Archief een dienstverleningsovereenkomst met het Waterschap Zeeuwse Eilanden, waardoor alle archieven van dit waterschap en diens rechtsvoorgangers voor het zover het de Zeeuwse Eiland betreft, in beheer kwamen bij het Zeeuws Archief en in de studiezaal ter beschikking worden gesteld. De archieven van het voormalige Waterschap Zeeuws-Vlaanderen worden beheerd en beschikbaar gesteld in het Waterschapskantoor in Terneuzen.

Sinds 4 januari 2000 is het Zeeuws Archief voor het publiek geopend.

Meer informatie vind je hier.

Uitjes met kinderen

Familiepretpark Mini Mundi

Mini Mundi in Middelburg is een leuk uitje met voor iedereen wat wils: het pretpark heeft een heuse achtbaan en een schommelschuit en met de Mini Mundi Express krijg je een mooi overzicht wat er allemaal te doen is. Blikvanger is het grote beeld van reus Dan, dat in 2008 werd overgenomen van het failliete attractiepark Het Land van Ooit.  Tenslotte kunnen de kinderen zich uitleven in de indoorspeeltuin met o.a. botswagens, een stormbaan en een klimvulkaan.

In Familiepretpark Mini Mundi is het oude “Miniatuur Walcheren” opgenomen, waarin markante gebouwen uit Walcheren op schaal 1:20 zijn nagebouwd. Het is een familiepretpark in Middelburg dat op 15 mei 2009 zijn deuren opende. Miniatuur Walcheren, ook wel de Tuin van Zeeland genoemd, werd in 1954 geopend door Koningin Juliana. Aanvankelijk was het de bedoeling dat het maar drie maanden voor het publiek geopend zou zijn. Door het grote aantal bezoekers werd de tentoonstelling een jaar verlengd en daarna voor onbepaalde tijd. Eerst waren de miniaturen gemaakt van hout. Dit was zeer onderhoudsintensief en daarom zijn in de jaren 1980 de miniaturen vervangen door kunststof versies.

Meer informatie vind je hier.

Lees ook: Familiepretpark Mini Mundi

Pannenkoekenhuis de Kabouterhut – Middelburg

Gelegen op een prachtig pleintje pal naast de monumentale Oostkerk in Middelburg geniet je hier van een heerlijke pannenkoek op ambachtelijke wijze gebakken. Van zoet tot hartig, diverse huisspecialiteiten tot en met speciale kinderpannenkoeken, het is hier allemaal. Zoals de naam al doet vermoeden staat het pannenkoekhuis bol van de kabouters, waaronder een heus Eftelingsprookje. Zelfs de pannenkoeken zijn voorzien van kabouternamen. Een speeltuin, ballenbak of WiFi vind je hier niet, maar wel een hele verzameling kabouterboekjes, puzzels en spelletjes en vooral heel lekkere pannenkoeken en een hoop gezelligheid. Ook ligt er voor ieder kind een kleurplaat klaar.

Meer informatie vind je hier.

Een stukje geschiedenis

Middelburg bestond al in het midden van de 9e eeuw, want bij archeologische opgravingen van na de verwoesting van het bombardement in 1940, zijn gebruiksvoorwerpen uit die periode gevonden. Bij de plaats werd waarschijnlijk eind 9e eeuw de middelste ringwalburg op Walcheren aangelegd, die lag tussen de Duinburcht (Domburg) en de Zuidburcht (Souburg). Deze burcht was als verdediging tegen de Vikingen bedoeld nadat zij na de mislukte strooptocht van Rodulf (in 873) van het eiland verjaagd waren. De huidige hoogte van de burchtheuvel is ongeveer 7 meter boven NAP.

In de 10e eeuw ontstond ten westen van de burg, waar nu de Markt is, een agrarische nederzetting op een kruispunt van drie hoger gelegen zandige kreekruggen ten westen van de burg: de Noordweg, de Seisweg en de Segeersweg. Deze landwegen liepen van hieruit naar andere delen van Walcheren. Al in 1103 wordt ‘Mitthelburgensis portus’ in de levensbeschrijving van Willibrord van Thiofried een handelsnederzetting genoemd, waarvan de rivier de Arne de belangrijkste handelsverbinding vormde met zee. Het Arnewater ten oosten van de ringwalburg (huidige Damplein) deed dienst als haven. In dezelfde periode ontstond ten oosten van de burg, nabij het huidige Damplein, een tweede nederzetting. Het gebied kreeg al in de 12de eeuw de naam Zeelandia (Zeeland) zou krijgen.

In 1217 kreeg Middelburg stadsrechten van graaf Willem I van Holland en van gravin Johanna van Vlaanderen. In 1254 werden deze stadsrechten nog uitgebreid door graaf Willem II van Holland.

De ringwalburg bleef tot ver in de 13e eeuw in gebruik: de grachten worden nog in 1232 en 1266 genoemd. In dit laatste jaar werd Middelburg voorzien van stadswallen, die ook nog op de 16e-eeuwse kaart van Jacob van Deventer te zien zijn en omringd werden door de deels nog aanwezige binnengrachten. De oostelijke binnengrachten liepen ter plaatse van de Zuidsingel en de Spuistraat. Tussen 1266 en 1301 werd vervolgens de Arne ter plaatse van de burggracht en de haven (het Damplein) gedempt. Het Molenwater werd gegraven als spuikom: bij vloed liet men deze vollopen en bij eb liet men het water binnen in de nieuwe haven van de stad (na 1540 de Oude Haven genoemd) om deze op diepte te houden en schoon te spoelen. Iets na 1350 werd de nieuwe haven ter plaatse van de huidige Schuitvlotstraat versterkt met een waterpoort (de Dampoort). In die tijd groeide Middelburg uit tot het centrum van de lakenhandel met Engeland. Goederen van zeeschepen werden in Middelburg overgeslagen op lichtere binnenschepen om zo het meer landinwaarts gelegen Brugge te kunnen bereiken. Met de opkomst van Antwerpen in de 15e eeuw gingen de overslagactiviteiten in Middelburg zich richten op die stad en werd zo een voorhaven van Antwerpen. Hiervoor werden nieuwe redes aangelegd bij het nog lucratiever gelegen Arnemuiden, dat zo weer de voorhaven vormde van Middelburg. Arnemuiden probeerde diverse malen om zelf de havenactiviteiten te vergroten, maar Middelburg wist dit steeds te voorkomen omdat de handel zich dan zou kunnen verplaatsen. Middelburg probeerde in die tijd diverse malen om het stapelrecht op een aantal producten te verwerven, maar slaagde hier niet in doordat de schepen liever doorvoeren naar handelssteden als Brugge of Antwerpen.

In 1432 en 1492 vonden in Middelburg grote stadsbranden plaats waarbij grote delen van de stad werden verwoest. Na deze branden werden verschillende maatregelen genomen om toekomstige stadsbranden te voorkomen.

Bij de kerkelijke herindeling van de Nederlanden op last van Filips II in 1559 werd Middelburg bisschopszetel. Het bisdom Middelburg heeft echter maar kort bestaan. In tegenstelling tot veel andere Zeeuwse plaatsen koos Middelburg net als Amsterdam na de inname van Den Briel in 1572 de kant van de Spanjaarden. Maar na een lang beleg door de geuzen moest de stad zich in februari 1574 bij de prins aansluiten.

Omdat Arnemuiden, Veere en Vlissingen in 1572 wel de kant van de opstandelingen hadden gekozen, moest Middelburg na de machtswisseling alsnog een aantal rechten afstaan aan deze steden. Hoewel de stad haar handelsactiviteiten spoedig kon hervatten, was ze voortaan wel het Walcherse monopolie op de havenactiviteiten kwijt: Vlissingen mocht haar havenfaciliteiten sterk uitbreiden en zou in de loop der tijd uitgroeien tot de belangrijkste haven van het eiland. In 1582 wist Middelburg echter wel de positie van stapelplaats voor Engels laken binnen te slepen. De Val van Antwerpen en de daaropvolgende blokkade van de Schelde in 1585 leidden er vervolgens wel toe dat de stad voortaan geen voorhaven meer kon zijn van deze stad en haar achterland verloor. Met de hulp van de vele kooplieden die zich vanuit de Zuidelijke Nederlanden zich in de stad vestigden wist Middelburg haar positie echter te handhaven door een actieve handelspolitiek te gaan voeren. De stad maakte in die tijd een grote economische bloei door. Middelburg was erg belangrijk bij de oprichting van zowel de VOC als de WIC. De Kamer van Zeeland was na Amsterdam de machtigste handelskamer van de VOC met de helft van de macht van deze stad. Middelburg was als zodanig even belangrijk als de andere vier VOC-steden Delft, Enkhuizen, Hoorn en Rotterdam bij elkaar. Ook de WIC had een belangrijke kamer in de stad als gevolg van de bloeiende kaapvaart en trans-Atlantische slavenhandel. In 1616 werd er een wisselbank gevestigd en in 1636 een bank van lening. De vele Engelse en Franse schepen die de Middelburgse haven aandeden kunnen worden teruggezien in de namen van straten en oude huizen, die vaak naar het buitenland verwijzen. Tot eind 16e eeuw wist het hierdoor haar positie als de grootste koopliedenstad van de Noordelijke Nederlanden te handhaven. Bij de Maisbaai werd een grote werf aangelegd voor VOC-schepen. Van de in totaal 1772 VOC-schepen, die tussen 1602 en 1795 van stapel liepen, werden er 336 op de Middelburgse werven gebouwd.

Rond 1660 nam Rotterdam steeds meer de positie van Middelburg over als handelshaven, maar de concurrentie van Amsterdam bleek een nog veel groter probleem. De zeeblokkade en het verlies van een aantal VOC- en WIC-bezittingen tijdens de Vierde Engelse Oorlog begin jaren 1780 zorgden voor economische neergang. De economische neergang werd nog versterkt tijdens de Franse Tijd. Direct na de Franse Tijd werd onder leiding van koning Willem I tussen 1815 en 1817 nog wel een nieuw havenkanaal gegraven naar het Veerse Gat, maar dit leidde niet tot enige verbetering.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft Middelburg het heel moeilijk gehad. Zeeland was niet inbegrepen bij de capitulatie van Nederland op 15 mei. Franse troepen waren er nog in gevecht met Duitse eenheden. De Franse troepen werden op hun terugtocht uit Middelburg op 17 mei 1940 door Duitse artillerie beschoten. Bij dit bombardement op Middelburg brandde de binnenstad deels uit en werden 600 panden verwoest. Mede omdat de stad was geëvacueerd bleef het aantal slachtoffers beperkt tot 11 doden. Nog in mei 1940 besloot men tot wederopbouw van Middelburg. In oktober 1944 kwam Middelburg, met uitzondering van de binnenstad, onder water te staan door de inundatie van Walcheren. Tijdens gevechten die volgden van 1 tot 6 november 1944 werd de stad door geallieerde jachtbommenwerpers en door Engelse en Canadese artillerie beschoten en opnieuw zwaar beschadigd. Op 6 november werd Middelburg bevrijd. Pas in 1970 was het herstel van de binnenstad gereed en dat werd afgesloten met de bouw van een replica van het vroegere schutterijgebouw Sint Jorisdoelen.

Astrid Tillemans

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.