Maastricht is de hoofdstad van de provincie Limburg en is de grootste gemeente van de provincie. Maastricht behoort tot één van de oudste steden van Nederland. Maastricht is ontstaan bij een doorwaadbare plaats aan de rivier de Maas, waaraan het zijn naam te danken heeft (Maastricht = Mosa Trajectum = doortocht door de Maas). De stad heeft een lange en veelbewogen geschiedenis, wat je kunt zien aan de talrijke historische gebouwen en kunstschatten in kerken en Museum Maastricht.
Bonnefantenmuseum

Het Bonnefantenmuseum is een museum voor beeldende kunst en is vooral bekend vanwege de collecties middeleeuwse beeldhouwkunst, Zuid-Nederlandse schilderkunst en hedendaagse kunst. Wat dit laatste betreft ligt de nadruk op conceptualisme, arte povera en Amerikaans minimalisme.
De naam Bonnefanten is afgeleid van het voormalige Bonnefantenklooster in de binnenstad van Maastricht, waar het museum van 1951 tot 1978 gevestigd was. Het museum begon in 1863 met de vorming van een oudheidkundige collectie door de in dat jaar opgerichte Société d’archéologie dans le Duché du Limbourg, later Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG) genoemd. Pas in 1884 werd de collectie openbaar toegankelijk, waarmee er sprake was van een oudheidkundig museum. Het huidige gebouw aan de Avenue Céramique werd in 1995 gerealiseerd op een locatie aan de Maas in de wijk Céramique. In 1999 werd de collectie archeologie overgedragen aan de gemeente Maastricht. Een deel van deze collectie is te zien in wisselende exposities in het Centre Céramique. Eerder was de afdeling oudheidkunde van LGOG grotendeels overgeheveld naar het Limburgs Museum in Venlo. Een klein deel (antieke meubels en Maastrichts zilver) is te zien in het Museum aan het Vrijthof. Vanaf 1999 is “het Bonnefanten” nog uitsluitend een kunstmuseum.
Sinds 2012 is de exploitatie van kasteel Wijlre, de daarbij behorende tuinen en het door Wiel Arets ontworpen Hedge House in handen van de Stichting Bonnefanten-Hedge House. De kasteeltuinen en het Hedge House te Wijlre zijn een buitenlocatie van het Bonnefantenmuseum.
Met de raketvormige, 28 meter hoge toren aan de Maas is het Bonnefantenmuseum één van de moderne gebouwen in Maastricht. Ondanks de postmodernistische verschijningsvorm van de toren oogt het museum klassiek. De gevels zijn afgewerkt in rode baksteen, trachite rosso en Ierse hardsteen. De toren is bekleed met zink.
De museumcollectie bestaat grotendeels uit een vaste collectie oude kunst van zowel schilderkunst als beeldhouwkunst uit de periode 1200-1700, en een vrij recentelijk ontstane collectie hedendaagse kunst. Daarnaast worden er regelmatig wisselende tentoonstellingen georganiseerd.
- De afdeling oude kunst bevindt zich op de eerste verdieping. Hier vind je de belangrijke collectie middeleeuwse houtsculpturen en de zogenaamde Neutelings-collectie (middeleeuwse sculpturen en kunstvoorwerpen van hout, marmer, ivoor, albaster en metaal).
- Een belangrijk onderdeel van de afdeling oude kunst zijn de schilderijen van vroeg-Italiaanse, Duitse en Zuid-Nederlandse meesters, grotendeels bruiklenen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
- Er is een kleine collectie modern-klassieke schilder- en beeldhouwkunst. Er zijn Vlaamse expressioniste en de ‘Limburgse School’.
- De collectie hedendaagse kunst is de laatste jaren sterk uitgebreid, onder andere door bruiklenen van particuliere verzamelaars. De aankoop van de collectie Eyck betekende een belangrijke versterking van de verzameling conceptuelen en minimalisten.
Naast de vaste collectie zijn er regelmatig wisselende tentoonstellingen uit alle tijdsperiodes.
Meer informatie vind je hier.
Centre Céramique

Het Centre Céramique is een multifunctioneel gebouw in Maastricht in de gelijknamige wijk Céramique, gelegen op de hoek van het Plein 1992 en de Avenue Céramique. Het gebouw is ontworpen door Jo Coenen en herbergt onder andere de stadsbibliotheek van Maastricht en diverse expositieruimtes.
De Stadsbibliotheek Maastricht gaat terug tot het jaar 1662, toen in het nieuwe stadhuis van Maastricht een ruimte werd ingericht als bibliotheek (later werd dit de raadszaal). In 1773 telde deze bibliotheek 3500 banden. In de 19e eeuw waren de bibliotheek en het stadsarchief gevestigd in het Oude Minderbroedersklooster aan de Sint Pieterstraat, vanaf 1915 in het Generaalshuis aan het Vrijthof. Een deel van de collectie was wegens plaatsgebrek opgeslagen in de Dominicanenkerk. In 1971 ging de Stadsbibliotheek samen met de Openbare Bibliotheek aan de Witmakersstraat, een jaar later met de Centrale Bibliotheek in de Beyart. De bibliotheekcollectie bestond in die tijd uit ruim 450.000 delen. In 1977 verhuisde de Stadsbibliotheek naar de Nieuwenhofstraat, de huidige binnenstadslocatie van de Universiteitsbibliotheek Maastricht. In 1999 ten slotte werd het huidige gebouw aan de Avenue Céramique en Plein 1992 betrokken.
Het Centre Céramique is ontworpen door Jo Coenen en heeft zeven verdiepingen. Op de zuidoosthoek zie je een kunstwerk van Ine van Helfteren. Het Centre Céramique heeft door de hoge vides, de ranke kolommen, de zwevende trap en het gebruik van veel witte materialen en glazen afscheidingen een open karakter. De meeste ruimte wordt in beslag genomen door de stadsbibliotheek. De uitleen- en informatiebalie bevindt zich op de begane grond. Hier worden ook regelmatig fototentoonstellingen gehouden, zoals de jaarlijkse World Press Photo tentoonstelling. In de hoge ruimte hangt een kunstwerk van de Italiaan Marcello Chiarenza, een grote dolfijn gemaakt van twijgen. De expositieruimte op de mezzanino wordt gebruikt voor wisselende tentoonstellingen, onder andere over de geschiedenis van Maastricht. Ook is er een semipermanente expositie van Romeinse en middeleeuwse bodemvondsten en Maastrichts aardewerk. In de aangrenzende horecaruimte – die niet tot het Centre Céramique behoort – zijn permanent enkele Romeinse reliëfs te zien. De hal wordt regelmatig gebruikt voor ontvangsten en presentaties. De brede, houten trap fungeert soms als tribune bij (kinder)voorstellingen.
Op de eerste verdieping is een café-restaurant gevestigd met een leestafel. Het souterrain en de tweede, derde en vierde verdieping worden geheel in beslag genomen door de eigenlijke bibliotheek met open boekenkasten en een groot aantal studieplekken, deels met computers. Hier bevinden zich enkele studiecellen van Atelier Van Lieshout. De Maquette van Maastricht vind je op de vierde etage. Op de bovenverdiepingen (vijfde en zesde etage) is het European Journalism Centre (EJC) gevestigd. Sinds 2016 is ook het Maastricht International Centre, een informatiecentrum voor expats, gevestigd in het Centre Céramique.
De boekencollectie omvat een verzameling handschriften en oude drukken vanaf de 15e eeuw. In enkele gevallen is in een boekomslag het perkament van een ouder handschrift verwerkt. Onder de oude medische handboeken bevindt zich een exemplaar van het laatmiddeleeuwse kruidenboek Hortus sanitatis met fraaie illustraties. Het bezit een originele uitgave van Anna Bijns’ Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen uit 1528, evenals een Latijnse uitgave van deze liedbundel uit 1529. Bijzonder is ook de eerste druk van Mozart’s klavierversie van Die Zauberflöte, in 1793 verschenen in Bonn, een jaar na de première van de opera. Van de Maastrichtse cellist en componist Joseph Hollman zijn diverse uitgaven aanwezig.
In het Centre Céramique wordt een deel van de archeologische en historische verzamelingen van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG) bewaard, aangevuld met de oudheidkundige collectie van de gemeente Maastricht en de collecties Maastrichts aardewerk en Maastrichts glas van enkele lokale fabrieken. Ook de bekende Maquette van Maastricht uit 1752 staat in het Centre Céramique opgesteld. Daarnaast zijn er de zeer diverse verzamelingen Japanse prenten, historische schoolplaten en natuurwetenschappelijke instrumenten en gereedschappen ondergebracht.
De collectie Maastrichts aardewerk van het Centre Céramique bevat producten en memorabilia van de bekende Maastrichtse aardewerkfabrieken. Enkele kleinere schenkingen van particulieren vullen de collectie aan. Een groot deel van de glascollectie is geschonken door de Naardense verzamelaar W.J. Rust, voorheen te zien in het Glas- en Keramiekmuseum Maastricht aan de Brusselsestraat. De schenking bestaat voornamelijk uit 18e- en 19e-eeuws glas en kristal, maar bevat ook Romeins en Syrisch glaswerk. Deze verzameling wordt aangevuld met antiek glas uit de voormalige Bonnefantencollectie en enkele Frankische grafvondsten van de stichting Schatkamer Sint-Servaasbasiliek.
Ook zijn er meer dan 700 Japanse prenten, zogenaamde Ukiyo-e houtsnedes, die regelmatig in wisselende tentoonstellingen te zien zijn. Het grootste deel van de prentenverzameling werd in 1997 geschonken door Jan van Reek en wordt door hem nog regelmatig aangevuld. In 2015 ontving het CC achttien Japanse prenten van het echtpaar Fijneman uit Waalwijk, waarmee een minitentoonstelling werd ingericht. De collectie geeft een overzicht van de prentkunst in Japan in de 18e, 19e en 20e eeuw, onder andere van Katsushika Hokusai en Ando Hiroshige.
De circa 600 historische schoolplaten in de collectie zijn ooit verzameld door de Broeders van Maastricht en daarna via de Centrale Bibliotheek terechtgekomen in de Stadsbibliotheek. De platen werden vroeger gebruikt in het onderwijs, vooral bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en biologie.
Meer informatie vind je hier.
Museumkelder Derlon

De Museumkelder Derlon is een klein archeologisch museum, waar een belangrijke opgraving uit de Romeinse tijd te bekijken is. De museumkelder vind je in het souterrain van Hotel Derlon aan het Onze-Lieve-Vrouweplein.
Begin jaren 1980 besloot de eigenaar van hotel Derlon dat het gebouw niet meer voldeed en vervangen diende te worden. Het gebouw was een statig hotel uit 1870, gebouwd op de plek waar sinds de 14e eeuw de Sint-Nicolaaskerk had gestaan, en, nog eerder, het laat-Romeinse castrum van Maastricht. Na sloop van het oude hotel, kreeg het Gemeentelijk Oudheidkundig Bodemonderzoek Maastricht van stadsarcheoloog Titus Panhuysen de mogelijkheid om onderzoek te doen op deze plek. De opgravingen gingen op 17 juni 1983 van start. Op een diepte van 5-6 meter onder het huidige straatniveau werden onder andere een pre-Romeinse weg, resten van een Romeins heiligdom en delen van het laat-Romeinse castellum opgegraven.
Het hart van het heiligdom, de tempel, ligt volgens Panhuysen waarschijnlijk onder de naastgelegen Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, waar nog geen archeologische opgravingen hebben plaatsgevonden. De gevonden Romeinse bouwrestanten werden in 1987 gerestaureerd en daarna geïntegreerd in het aangepaste bouwplan.
De opening vond plaats op 26 maart 1988. In 2003 werd de Museumkelder Derlon aangewezen als rijksmonument. In 1996 vond in de aangrenzende pandhof van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek een aanvullende opgraving plaats, daardoor kent men nu het complete plattegrond van het ommuurde heiligdom. Er werd binnen de ommuring geen tempel aangetroffen. Je kunt nu in de Museumkelder achter een glazen balustrade een aantal gerestaureerde, meest Romeinse bouwrestanten bekijken.
In vitrines worden Romeinse vondsten tentoongesteld, waaronder bouwfragmenten, aardewerk, glaswerk en metalen voorwerpen. Bijzonder is de tuit van een schenkkan in de vorm van een dierenkopje (een stier?) uit de La Tène-periode. Van de Jupiterpijler zelf zijn, behalve het voetstuk, een achttal brokstukken overgebleven, waarvan twee grotere. De voet en de attributen van de godin Fortuna zijn duidelijk herkenbaar, evenals delen van Venus en Hercules. Van het twee meter hoge beeld van Jupiter zelf zijn een viertal fragmenten teruggevonden.
Meer informatie vind je hier.
Drukkunstmuseum

Het Drukkunstmuseum (voorheen: Museum De Historische Drukkerij) vind je aan de Jodenstraat 22 en in de naastgelegen voormalige kapel van de Vincentiusvereniging. Het museum werd opgericht door grafisch kunstenaar René Glaser (1949).
Het gaat om een historische drukkerij van omstreeks 1900, die nog steeds in gebruik is, met de diverse gereedschappen die daarbij nodig zijn. Je ziet de ontwikkelingen van de druktechniek in de periode 1840-1940, tijdens de industrialisatie. Daarnaast wordt de verbinding tussen druktechniek en kunst gelegd en wordt getoond hoe prenten van onder meer Rembrandt en Toulouse Lautrec tot stand kwamen. De bijdrage van Maastricht aan de drukkunst wordt belicht. Van speciaal belang voor Maastricht is de techniek die omstreeks 1850 door de fabriek Koninklijke Sphinx werd gebruikt om aardewerk te versieren. Een speciale werkplaats is nagebouwd die aan deze techniek is gewijd.
Meer informatie vind je hier.
Natuurhistorisch Museum Maastricht

Het Natuurhistorisch Museum Maastricht (NHM) is gevestigd in het voormalige Grauwzustersklooster aan het De Bosquetplein. Het NHM is vooral bekend vanwege de voor Nederland unieke collectie Krijtfossielen, waaronder diverse Mosasaurussen, Prognathodons en Hadrosaurussen. Sinds 2006 is het museum ondergebracht in een gemeentelijke organisatie, samen met het Centre Céramique; in 2012 uitgebreid met het amateurkunstencentrum Kumulus. Het NHM beheert, naast het eigenlijke museum, tevens een kinderboerderij, een schooltuinencomplex en een onderwijswerkplaats.
In 1910 werd het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg opgericht, dat kort na de oprichting besloot in Maastricht een museum in te richten voor het tentoonstellen van zijn verzamelingen, waarvan een deel afkomstig was van de Société des Amis des Sciences, Lettres et Arts (1822 – ca. 1900). In 1912 werd het voormalige klooster van de Grauwzusters gehuurd, maar al na enkele jaren bleek de exploitatie een te zware financiële last voor het Genootschap, waarna de gemeente Maastricht het museum en de verzamelingen in 1917 kosteloos overnam. Het Genootschap bleef echter nauw bij het museum betrokken en houdt nog steeds zijn ledenvergaderingen in het gebouw aan het De Bosquetplein. In 1920 werd het vervallen gebouw gerestaureerd en kwam er een botanische tuin.
Al meer dan een eeuw is het NHM gevestigd in het monumentale kloostercomplex Sint-Elisabethsdal, dat van 1673 tot 1796 bewoond werd door grauwzusters. In de 19e eeuw werd het gebouw gebruikt als zwakzinnigengesticht, weeshuis en gemeentelijke diensten. Centraal punt is het 17e-eeuwse Huis Stas in Maaslandse renaissancestijl met typerende speklagen en sierlijke krulgevels. Het interieur van het pand is nog deels origineel met houten vloeren en een plafond met troggewelven. Ook de twee aangrenzende kloostervleugels stammen uit de 17e eeuw, maar deze zijn later sterk verbouwd. De voormalige kloosterkapel in sobere barokstijl is uit 1705. Het interieur van de rechthoekige kapel is sterk veranderd en is nu ingericht als tijdelijke expositieruimte. Het ingangsportaal werd eind 18e eeuw toegevoegd. Naast de kapel en bij de hoofdingang zie je een aantal zwerfkeien, uit de ENCI-groeve. De toegangspoort is versierd met bronzen reliëfs van de Maastrichtse kunstenaar Han van Wetering. Boven de poort staat in een nis een beeldje van een grauwzuster van Frans van de Laar uit 1921.
Achter het museum ligt aan het riviertje de Jeker een heemtuin. De tuin werd eind jaren 1940 heringericht door de bekende tuinarchitecte Mien Ruys, waarbij helderheid en geometrie de leidende principes waren. Typerend voor de stijl van Mien Ruys zijn het gazon met vijvers en de pergola langs de Jeker. De twee verhoogde terrassen hebben muurtjes van lokale vuursteen. In het beplantingsschema nemen kalkminnende planten, zoals het zinkviooltje, daslook, gele anemoon, slangenkruid en lokaal voorkomende orchideeën, een belangrijke plaats in. Her en der staan enkele kunstwerken opgesteld, waaronder een bronzen borstbeeld van Jac. P. Thijsse. In de tuin is ook een glazen paviljoen, dat gebouwd werd voor de huisvesting van een groot blok mergel waarin zich een belangrijk Krijtfossiel bevindt. Naast het paviljoen staat een Wollemiaboom, een zogenaamd levend fossiel uit het Krijttijdperk.
De museumcollectie bestaat uit ongeveer 550.000 objecten op het gebied van de geologie, paleontologie en flora en fauna van Zuid-Limburg. Een deel van de collectie wordt gepresenteerd als diorama of in aquaria en terraria. In het oude pand Stas is een historisch kabinet ingericht in de stijl van een natuurhistorisch museum omstreeks 1900. Hier bevindt zich een menagerie van opgezette dieren en curiosa, zoals een rattenkoning uit de 19e eeuw. Het museum is internationaal bekend vanwege een aantal belangrijke fossielen uit de Krijtperiode, zoals een Hadrosaurus en verschillende Mosasaurussen.
Naast de Krijtcollectie zijn er verzamelingen van insecten te zien en herbaria van de 19e-eeuwse apotheker Jean Lambert Pierre Franquinet en mede-museumopricht August de Wever. Bij de collectie geologie ligt de nadruk op in Zuid-Limburg voorkomende gesteenten, al dan niet fossielhoudend. Een vrij recente aanwinst bestaat uit vondsten uit het Belvédère Interglaciaal, afkomstig uit de Belvédèregroeve vlak bij Maastricht, met onder andere restanten van wolharige neushoorns en mammoeten.
Meer informatie vind je hier.
Fotomuseum aan het Vrijthof

Het Fotomuseum aan het Vrijthof is een particulier fotografiemuseum dat gedeeltelijk gevestigd is in het Spaans Gouvernement aan het Vrijthof, één van de oudste, niet-kerkelijke gebouwen van de stad. De basis van de vaste collectie werd in het verleden gevormd door de collectie Wagner-De Wit. Deze verzameling van kunst en antiek werd in de eerste helft van de 20e eeuw bijeengebracht door het Haagse echtpaar Frederik Wagner (1870-1958) en Ambrosina de Wit (1876-1957). De nadruk lag op Hollandse en Vlaamse meesters uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Het echtpaar verzamelde ook beelden uit de middeleeuwen en de renaissance, tapijten en meubels uit de 17e en 18e eeuw, glazen en kristallen objecten, antieke munten en oosterse kunstvoorwerpen. Tot 2012 werd een klein deel van de collectie Wagner-De Wit (meubels, glas- en aardewerk en enkele schilderijen) tentoongesteld in het toenmalige Museum aan het Vrijthof. Het grootste deel van de uitgebreide schilderijencollectie is vanaf 2010 niet meer te zien geweest. Vanaf 2017 wordt er door het museum gewerkt aan een bestemmingsplan voor (delen van) de collectie.
In de loop der jaren werd de collectie uitgebreid met een verzameling Maastrichts zilver uit de 17e en 18e eeuw, een pistolencollectie uit de 18e en 19e eeuw en diverse schilderijen van de Limburgse Kunstkring. In 1997 verwierf het museum de collectie Bonhomme-Tielens (onder andere Maastrichts zilver, antieke klokken en pistolen). In de loop der jaren is het Maastrichtse element in de verzameling versterkt, waarvoor een deel van de oorspronkelijke collectie is afgestoten.
Sinds 2019 is Museum aan het Vrijthof een fotomuseum. Het museum opende op 26 september 2019 als zodanig zijn deuren met een tentoonstelling van Jimmy Nelson. Het museum wil twee keer per jaar een grote naam uit de fotografiewereld presenteren. Het museum heeft voor zover bekend geen eigen fotografiecollectie. De naam van het museum is sinds mei 2020 Fotomuseum aan het Vrijthof.
Het gebouw van Fotomuseum aan het Vrijthof bestaat uit drie delen: het 15e/16e-eeuwse Spaans of Brabants Gouvernement aan het Vrijthof, de overdekte binnenplaats (de ‘cour’) tussen beide bouwdelen met daarin de nieuwe TEFAF-zaal en een grandcafé, het 18e-eeuwse pand Papenstraat 2.
De TEFAF-zaal is een paviljoen dat op een stalen constructie midden in de ‘cour’ staat en dat door middel van loopbruggen verbonden is met de rest van het museum. De zaal is ingericht met een kostbare 18e-eeuwse zaalbetimmering, afkomstig uit het gesloopte Huis Vilain XIIII aan de Tongersestraat.
Meer informatie vind je hier.
Schatkamer van de Sint-Servaasbasiliek

De Schatkamer van de Sint-Servaasbasiliek is een museum van religieuze kunst en kunstvoorwerpen in de Basiliek van Sint-Servaas. De schatkamer bevat een aantal zeer kostbare voorwerpen van middeleeuwse edelsmeedkunst. De kerkschat is in de loop van vele eeuwen ontstaan. In de late Middeleeuwen nam de grootte van de reliekenschat door schenkingen sterk toe. Tijdens de zevenjaarlijkse heiligdomsvaart werden de belangrijkste relieken van de kerk vanaf de dwerggalerij aan de verzamelde pelgrims op het Vrijthof getoond. Vooral de drie ‘hemelse doeken’ (doeken die volgens de traditie om het lichaam van de dode Servaas gewikkeld waren) trok pelgrims van heinde en verre. Bij de inname van de stad door de hertog van Parma in 1579 gingen de drie ‘hemelse doeken’ verloren en het borstbeeld van Sint-Servaas raakte zwaar beschadigd. Van 1634 tot 1654 werd de kerkschat uit veiligheidsoverwegingen overgebracht naar Luik. In 1677 werd voor het eerst een gedetailleerde catalogus opgesteld.
Na de inname van Maastricht door de Fransen in 1794 werd een deel van de kerkschat omgesmolten in gouden en zilveren baren. Enkele belangrijke voorwerpen waren door de kanunniken in veiligheid gebracht, maar een deel daarvan is nooit teruggevonden of verdween naar buitenlandse musea en bibliotheken. De huidige schat van de Sint-Servaasbasiliek, rijk als deze is, is om die reden slechts een fractie van wat het ooit was.
De kerkschat van het kapittel was ondergebracht in de Dubbelkapel in de kruisgang van de Sint-Servaaskerk. Deze kapel werd in de tweede helft van de 11e eeuw gebouwd en was alleen toegankelijk vanuit de oostelijke kloostergang. De benedenverdieping van de Dubbelkapel was in twee ruimtes verdeeld. Het voorste deel werd gebruikt als grafkapel van proosten en dekens. De daarachter gelegen ruimte was de vaste locatie van de schatkamer. Dit wordt bevestigd door de laat-15e-eeuwse kapitelen in de kloostergang tegenover de ingang van de benedenkapel, waarop engelen met diverse kerkschatten zijn afgebeeld (onder andere de Sleutel en het Borstbeeld van Sint-Servaas en de ‘hemelse doeken’). De relieken werden bewaard in kasten in een donkere, overwelfde ruimte, die met ijzer beslagen deuren was afgesloten.
In 1873 verhuisde de schatkamer naar de gerestaureerde voormalige kapittelschool in de westelijke kruisgang; in 1895 naar de even verderop gelegen voormalige refter, die vanaf dat moment werd aangeduid als ‘heiligdommenkapel’ (tegenwoordig Sint-Servaaskapel). In 1930 werd de schatkamer uitgebreid. Na restauratie van de Dubbelkapel werd de schatkamer in 1982 verplaatst naar de oorspronkelijke locatie.
De huidige schatkamer bevindt zich op de beide verdiepingen van de kapel, plus een extra zijruimte op elke etage. De ingang bevindt zich in de oostelijke kloostergang, die vanaf het Keizer Karelplein toegang biedt tot kerk en schatkamer. Via enkele treetjes naar beneden betreedt men de gewelfde ruimte van de benedenkapel, waar zich de kostbaarste schatten bevinden. De bovenkapel is bereikbaar via een trap in de zijruimte. In de voorruimte van de benedenkapel bevindt zich een trap naar de kelder, waar je de restanten ziet van een ouder kerkgebouw.
Het museum bezit naast de schat een collectie schilderijen, prenten en beeldhouwwerken, maar deze maken geen deel uit van de historische kerkschat. Ook zie je archeologische vondsten.
Meer informatie vind je hier.
Schatkamer van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek
De schatkamer van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek is een museum van religieuze kunst en kunstvoorwerpen in de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw. Eén van de belangrijkste aanwinsten was het Byzantijns patriarchaalkruis met daarin een vijftal grote kruisrelieken. Het kruis werd waarschijnlijk door een parochiaan uit Constantinopel meegebracht, samen met het borstkruis van Constantijn de Grote en het Maria-enkolpion (reliekenhangertje). De oudste vermelding van het gebruik van relieken in de liturgie dateert uit 1286. In de Middeleeuwen bestond er een grote rivaliteit tussen de twee Maastrichtse kapittelkerken. Het kapittel van Sint-Servaas was verreweg het grootste en rijkste kapittel van de stad.
Door grote verliezen in de Franse Tijd is de kerkschat nog slechts een fractie van wat het ooit was. Ook later in de 19e en zelfs nog in de 20e eeuw zijn voorwerpen verloren gegaan doordat de kunsthistorische waarde ervan niet werd ingezien, of door diefstal. Vooral het verlies van het patriarchaalkruis en het ‘kruisje van Constantijn’ in 1837 zijn een groot verlies. Beide kruisreliekhouders werden door een overijverige ex-kanunnik aan paus Gregorius XVI geschonken en bevinden zich sinds 1838 in de schatkamer van de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad. Daar hoorde ook een oud reliekenboek bij, dat sindsdien kwijt is. In sommige gevallen zijn de reliekhouders verdwenen, maar bleven de relieken zelf bewaard. Van de zogenaamde gordel van Maria bleef het eigenlijke relikwie met een fragment van de oorspronkelijke reliekhouder bewaard.
De schatkamer van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek is in de loop der eeuwen een aantal keer verplaatst. Een aparte ruimte voor de relieken wordt voor het eerst genoemd in de 14e eeuw. In de 17e eeuw was dit een ruimte in de Barbaratoren, de zuidoostelijke koortoren, waar ook de archieven en maten van de stad werden bewaard. Een custos (bewaarder) hield toezicht op de kostbaarheden die in een aantal kasten waren opgeborgen. Ook na 1837 was de schatkamer in de Sint-Barbaratoren gevestigd. Omstreeks 1895 werd de toren gerestaureerd. In 1933 werd de kerkschat overgebracht naar de oostelijke kruisgang, waar meer ruimte was. Sinds 1968 is er een extra pand aan de Plankstraat 9, dat grenst aan de kruisgang. Op de begane grond van de nieuwbouw vind je een ruime zaal.
De schat van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek bestaat uit drie afdelingen: relieken en reliekhouders, liturgische voorwerpen en textiel. De schatkamer heeft ook een collectie beelden, schilderijen, prenten, boeken, oorkonden en devotiestukken, die niet allemaal tot de historische kerkschat behoorden.
De kunstcollectie van de schatkamer bestaat uit een kleine verzameling schilderijen, etsen en gravures en diverse houten beelden en reliëfs. De belangrijkste schilderijen en beelden zijn: een houten paneelschildering met De droom van Jakob (Vlaams, ca. 1500-50), twee 17e-eeuwse doeken, toegeschreven aan Erasmus Quellinus II ofwel Theodoor van Thulden: één met de H. Caecilia, de ander met de H. Agnes, een portret van een franciscaner monnik (wellicht pater Vink), een 15e-eeuws Mariabeeld met inktkoker en een 17e-eeuws beeld van Catharina van Siena. De collectie in de schatkamer vormt een geheel met de schilderijen en beelden in de kerk. Hoewel het meeste in de Franse Tijd verloren is gegaan, bezit de schatkamer diverse oorkonden, boeken en andere voorwerpen, die inzicht verschaffen in de geschiedenis van de kerk en het kapittel.
Meer informatie vind je hier.
- Weimar Goethe; Bezienswaardigheden & Activiteiten - 30 augustus 2024
- Madrid Stedentrip; Bezienswaardigheden & Activiteiten - 10 juli 2024
- Tweede Wereldoorlog; interessante monumenten en musea in Nederland - 1 november 2022
Leave a comment