Zierikzee kreeg zijn eerste stadsrechten tussen 1217 en 1220 maar de precieze datum is niet bekend. Daarom viert de stad nu al een paar jaar zijn 800-jarig bestaan met allerlei activiteiten en evenementen (“Zierikzee 800”). Zierikzee staat bekend als monumentenstad en is de op 8 na grootste van Nederland. Voor een relatief kleine stad telt Zierikzee maar liefst 150 historische monumenten.
Molen de Hoop
Molen De Hoop is een ronde stenen korenmolen met een stelling op 12,30 m hoogte. Het is de jongste van de twee resterende korenmolens van de stad. De molen ligt aan de Lange Nobelstraat, in het verlengde van de Nobelpoort. Een eerste houten molen op deze locatie werd in 1788 gebouwd. In 1850 werd de molen door een stenen exemplaar vervangen. Na een brand in 1874 werd de molen opnieuw opgebouwd tot een slanke, bakstenen molen. Deze molen herbergt op de steenzolder drie windgedreven koppels maalstenen. Op de begane grond staan een elektrisch aangedreven walsenstoel, een elektrisch aangedreven maalstoel met blauwe molenstenen en een mengketel. De jakobsladder transporteert het graan naar de hoger gelegen zolders. Op de eerste zolder staan een snijwals, graanreiniger, borstelmachine, cycloon voor de kafafzuiging, filterinstallatie en kleine klopbuil voor het maken van bloem. Een zolder hoger staan een grote klopbuil en houten mengketel, die beide op windkracht kunnen werken.
De kap van de molen wordt gedraaid met een kruilier. De kap draait op ijzeren rollen in houten rollenwagens. De molen wordt gevangen (geremd) met een stutvang. Voor het ophijsen en afschieten van het meel is er een sleep luiwerk, maar er is ook een jakobsladder aanwezig voor het transporteren van het graan.
Molen Den Haas
Molen Den Haas is een stellingmolen uit begin 18de eeuw. De molen heeft drie koppels maalstenen. Het is een ronde stenen molen gedekt met eiken schaliën. De wieken hebben een vlucht van ruim 23,80 meter. De molen draait meestal op vrijdag en is dan ook te bezichtigen.
Sint Lievensmonstertoren (Dikke Toren)
De Sint-Lievensmonstertoren valt het meest op. Met zijn 62 meter is het de hoogste toren in de stad. De toren wordt in de volksmond ook wel de Dikke Toren genoemd. Deze toren lijkt als twee druppels water op de Sint-Romboutstoren in Mechelen. Dat is niet zo gek, want de ontwerper kwam uit Mechelen. De bouw van de toren begon in 1454. Typerend zijn de rijke versieringen van de toren. Omdat de bouwput geen schade mocht veroorzaken aan de kerk werd de toren niet aan de kerk vastgebouwd. Men dacht destijds nog wel dat er een verbinding zou komen, maar dat is nooit voltooid. De toren is opgetrokken met enkele miljoenen bakstenen. Ze kwamen onder andere uit de omgeving van Dordrecht, Rotterdam en Gouda.
De buitenkant van de toren werd bekleed met duur natuursteen. De kleine witte blokken van zandhoudende kalksteen komen uit de streek ten noorden en oosten van Brussel. Deze steen wordt Brabantse witte arduin genoemd. Rond 1510 werd de bouw gestaakt, omdat er geen geld meer was. Ook zijn er schepen met materialen gezonken. Ze waren erg ambitieus in die tijd, want de toren had 130 meter hoog moeten worden. Dat is hoger dan de Utrechtse Domtoren!
Tijdens het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog werd de toren aan de zuidzijde zwaar beschadigd door de geallieerden. De geallieerden wisten dat de Duitsers deze hoge plek gebruikten om hen aan te zien komen. Vandaar dat zij de Dikke Toren onder vuur namen.
In de jaren 1957-1972 werd de toren gerestaureerd. Toen verving men onder meer de kap door de huidige, die doet denken aan het vroegere klokkenhuis. Bovenop werd een windvaan in de vorm van een scheepje geplaatst. Ter vervanging van de kwetsbare zandsteen, gebruikte men basaltlava.
Huis ‘De Haene’
Het huis “De Haene”, ook soms Tempeliershuis genoemd, is één van de oudst bewaarde panden in Nederland. Het is van oorsprong een koopmanshuis (woon/pakhuis) en komt uit de eerste helft van de 14e eeuw. Vanwege de ouderdom is het een monument van bijzondere cultuurhistorische waarde. Het huis wordt “de Haene” genoemd omdat er twee hanen op staan. Vanaf de 18e eeuw staat het huis bekend als het Tempeliershuis. De naam verwijst naar de legende over het ombrengen van de Tempelieren in 1312.
Burger Weeshuis
Het Burger Weeshuis kent een lange geschiedenis. Wanneer en hoe het Burger Weeshuis is ontstaan weten men niet precies. De eerste vermeldingen zijn van rond 1600 en het lijkt erop dat het een voortzetting is geweest van het al eerder opgerichte Heilige Geesthuis.
Vanaf het begin van de 17e eeuw werd het Burger Weeshuis bestuurd door drie regenten en drie regentessen. Zij beheerden het bezit en deden de financiën, maar bepaalden ook hoe de wezen werden opgevoed. De dagelijkse zorg en opvoeding was een taak van de binnenvader en -moeder. In 1862 is het pand aangekocht door het Burger Weeshuis. De prachtige kamer met het goudleren behang wordt vanaf dat moment in gebruik genomen als Regentenkamer. Deze kamer, met goudleer behang dat beschilderd is met een asymmetrische patroon van bloemen en bladeren en verschillende soorten vogels, is een stijlicoon van de rococo uit de 18de eeuw. Dit schitterende behang in combinatie met het 17e-eeuws beschilderd plafond, de roodmarmeren schoorsteen en het antieke meubilair geven de kamer een statige uitstraling. Er is een plafondschildering en nog een aantal schilderijen: Het zijn twee grote schilderijen van G. van der Marck, beiden geschilderd in 1719. Het ene vertoont de regenten, de buitenvader, de binnenvader en een weesjongen. Op het andere schilderij zijn de regentessen, de buitenvader, de binnenmoeder en een weesmeisje afgebeeld. Op beide schilderijen worden onderaan de familiewapens van de regenten en regentessen getoond. Dit alles geeft een duidelijk beeld van de status van de regenten en regentessen, die vaak tot de notabelen van de stad behoorden.
Op ’t plafond: Aan de deurzijde zie je de Liefde (Caritas): een vrouw met een kind aan de borst en een kind aan haar zijde, met naast haar het Geloof: een vrouw met een opengeslagen boek en een lange veer. In het middenveld „De triomf van Aurora‟. De allegorie van de dagenraad die de afwisseling van de nacht en dag voorstelt. Op een wolk zit een man met rode cape (Apollo) en op een andere wolk een vrouw met een donkere cape (Aurora). Elders zie je de Gerechtigheid (Justitia), een vrouwfiguur met een zwaard en weegschaal, en de Oorlog (Mars) een manfiguur met een wapenuitrusting en een schild, in een innige pose, gezeten op een wolk, verbeelden zij beiden de verzoening van oorlog en gerechtigheid.
Stadspoorten en stadsmuur
In Zierikzee stond een stadsmuur. De huidige Nobelpoort, Noordhavenpoort en Zuidhavenpoort zijn de enige nog overgebleven stadspoorten van Zierikzee, de Westpoort, Zuidwellepoort en de Hoofdpoort zijn in de 19e eeuw gesloopt. Wat men nu verstaat onder het Slingerbos was de eigenlijke fundering van de stadsmuur, de grachten van de stadsmuur zijn nog wel gespaard gebleven.
Nobelpoort
De Nobelpoort is één van de drie overgebleven stadspoorten van de stad. Voor de poort lag oorspronkelijk een ophaalbrug. Tot 1866 werden de poorten iedere avond gesloten. Rond 1350 was Zierikzee zeer welvarend en bouwde men stenen woonhuizen in het centrum en oostelijke deel van de stad. In deze periode werd ook begonnen met de bouw van deze poort.
Er gaat een verhaal dat er in Zierikzee twee zusters met de familienaam Nobel zouden hebben geleefd, van wie één krom liep. Deze zusters zouden over de bouw van de torenspitsen van de poort hebben getwist. Met als gevolg dat de spits van de rechtertoren meer facetten heeft en deze bovendien iets krom is. Dat in de veertiende eeuw op het toenmalige eiland Schouwen inderdaad een familie Nobel heeft bestaan, Blijkt uit het archief van de Rekenkamer van Zeeland. Hierin worden landeigenaars Pieter Nobel Jacobsz. en Symon Pieter Nobelsz. genoemd. Naar de voorname familie Nobel zijn waarschijnlijk ook de Lange en Korte Nobelstraat vernoemd. Er wordt ook gedacht aan het sinds de veertiende eeuw in de Lage Landen gebruikte betaalmiddel (de munt) nobel ter verklaring van de naam van het poortgebouw en de twee vermelde straten.
Noordhavenpoort
Met de bouw van de Noordhavenpoort werd in de 14e eeuw begonnen. Later werd de poort uitgebreid, verfraaid en verbouwd. Zijn huidige vorm dateert uit het begin van de 16e eeuw.
Zuidhavenpoort
De Zuidhavenpoort staat bij de ingang van de oude stadshaven naast de Noordhavenpoort. De poort werd in de 15e eeuw gebouwd. Het bakstenen poortgebouw heeft vier hoektorens. Het koepeltorentje is in 1858 vernieuwd. Hierin hangt het oudste nog bespeelde carillon van Nederland (1554), dat komt uit het oude stadhuis.
Kerken in Zierikzee
Nieuwe Kerk
De Nieuwe Kerk is een kerk in neoclassicistische stijl en werd gebouwd in de periode 1835-1848 als opvolger van de in 1832 in de as gelegde Sint-Lievensmonsterkerk, waar nu alleen nog de toren van over is. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de kerk zwaar beschadigd. In 1971 werd het gebouw gesloten. De Stichting Oude Zeeuwse Kerken liet het gebouw, met financiële steun, tussen 1978 en 1988 in fasen restaureren. Het gebouw wordt vooral gebruikt voor concerten, lezingen, zangavonden, tentoonstellingen en andere activiteiten.
Stadhuis Zierikzee
Het Stadhuis van Zierikzee, uit de 16de eeuw, werd in 1772-1779 grondig verbouwd. Nu is hier het Stadhuismuseum Zierikzee gevestigd. Het draagt een achthoekige toren voorzien van een bekroning.
Het gebouw was voornamelijk nieuwbouw en het plein waaraan het zich bevond, wat nu aan de achterkant van het Stadhuis ligt, was bijna helemaal leeg, behalve de vleeshal die zich links van de open plek bevond. Vanwege de locatie werd het stadhuis gedeeltelijk over de vleeshal gebouwd. Het hele gebouw werd gebouwd in de Renaissancestijl. Hoewel het gebouw zelf vrij sober was, werden de gevels rijkelijk versierd en werden portretten van Keizer Karel V, de toenmalige koning van de Nederlanden, en later ook van zijn zoon Filips II in de gevel geplaatst. Op dit nieuwe gebouw werd een grote houten toren gebouwd van 45 meter hoog, in achthoekige vorm met daarboven op een klokkenverdieping.
Het gebouw heeft door de tijd heen vele verschillende functies gekend. In het gebouw werd de vierschaar gehouden, er was een raadzaal aanwezig. Ook het waterschap en de thesauriers van de stad vergaderden hier, er was een kamer voor de burgemeester. De kanselarij en het stadsarchief bevonden zich ook in het stadhuis, net als de buiten- en binnengriffie. Er was ook een plek in het Stadhuis waar over het lot van de wezen van Zierikzee en omstreken werd beslist. Deze Weesmeesters vergaderden eerst in een kamer, die nu de Meekrapkamer heet, en later op de zolder van het Stadhuis. Ook heeft het gebouw gediend als vergaderruimte voor de vele gildes van de stad en omstreken.
Rond het midden van de 18e eeuw werd aan het originele gebouw een nieuwe weeskamer gebouwd, die compleet in Lodewijk XV-stijl werd versierd. In 1775 werd door de stadsbouwmeester Johannes van Es besloten om de voorgevel te verbouwen en om verschillende omringende gebouwen te slopen en te veranderen in nieuwe kamer voor het stadhuis. Er werd ook een nieuwe onderbouw voor de toren gebouwd. Door deze verbouwing werd de buitenkant omgebouwd zodat de gevel nu een geheel werd.
In de jaren 1776-1779 werd de binnenkant van het stadhuis verbouwd, vooral het interieur van de vierschaar en de raadkamer. Ook deze vertrekken werden in Lodewijk XV-stijl ingericht. In de vierschaar werd een schepenbank getimmerd en werd een grote tribune gebouwd. Deze zijn nu nog steeds te vinden in de trouwzaal.
In de raadkamer werd in 1777 een nieuw schoorsteenstuk geplaatst. Minerva staat er op afgebeeld, omringd door vier putti. Minerva representeert de regering van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de vier putti representeren de vier deugden: rechtvaardigheid, kracht, matigheid en voorzichtigheid.
Na een blikseminslag in 1853 dreigde de toren in brand te vliegen, maar deze brand werd snel geblust. Als reactie werd het beroemde Neptunusbeeld vervangen door een bliksemafleider, en werd de natuurstenen waterpomp op het bordes vervangen door een gietijzeren exemplaar. Deze pomp staat nog steeds voor het Stadhuis.
Hoewel de toren een 14e-eeuwse oorsprong heeft, kun je daar niks meer van zien. In de 16e eeuw werd het stadhuis ingrijpend verbouwd en kreeg de toren een nieuwe gedaante. In 1775 werd het benedendeel met natuursteen bekleed. Boven op de spits van de toren staat een beeld van Neptunus, de zeegod. Het beeld, origineel uit de tijd van de bouw van de toren, is in de 20ste eeuw vervangen, alleen de originele drietand is nog aanwezig op het huidige standbeeld. Het originele Neptunus beeld is nog steeds aanwezig in het Stadhuismuseum, en staat in de entreehal.
Het huidige carillon wat wekelijks op donderdag wordt bespeeld door de stadsbeiaardier bestaat uit 36 klokken. Er zijn 15 klokken uit Loughborough in Engeland en de overige zijn uit het Brabantse Asten. Ter verfraaiing van het uiterlijk van de toren zijn een aantal klokjes in de vensters van de toren gehangen. Al in de zestiende eeuw had Zierikzee een voorslag die automatisch de uurslagen aankondigde door middel van een speeltrommel, terwijl ook een beiaardier op een klavier de klokken kon bespelen.
Stadhuismuseum
In 1911 werd er op de zolder een oudheidkamer gecreëerd. Deze oudheidkamer deelde op dat moment het stadhuis met meerdere andere instanties en bevond zich daarom alleen op zolder. Dit museum werd volledig beheerd door ‘de Vereeniging Zierikzee’. Dit eerste museum was geen groot succes, maar in 1929 probeerde de gemeenteraad opnieuw een museum in het stadhuis op te richten. Weer werd het museum op zolder ingericht. De officiële opening was in 1930. Deze keer lukte het wel. Het huidige Stadhuismuseum is voortgekomen uit dit museum en het succesvolle Maritiem Museum. Rond de tijd van de watersnoodramp, 1953, begon een grootschalige restauratie van het gebouw. De grootste zorg in deze restauratie was het dak van het gebouw en de toren, die beide zeer in verval waren geraakt. De restauratie werd afgerond in 1972.
Het Stadhuismuseum Zierikzee is een streekmuseum dat het verhaal vertelt van de stad Zierikzee en van de gemeente Schouwen-Duiveland. Via het stadhuismuseum kan men ook naar ’s Gravensteen, de oude stadsgevangenis van Zierikzee. Het museum heeft vaste en tijdelijke presentaties met de focus op het verleden en heden van het leven op Schouwen-Duiveland. De grote zaal, de zolder, wordt vooral gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen. Wel is hier te allen tijde het beroemde plafond van het Stadhuis te bekijken.
- De entreehal van het Museum bevindt zich in de oude Vierschaar van landrecht van het Stadhuis. De oude architectuur is hier nog gedeeltelijk te zien. In deze ruimte bevinden zich verscheidende voorwerpen die te maken hebben met de vierschaar en het strafrecht. In het midden van de zaal staat het oude beeld van Neptunus, dat 400 jaar geleden op de toren werd geplaatst en in 1963 is vervangen voor een nieuw beeld. De originele drietand van dit beeld staat nog steeds op de toren.
- De kaartenkamer vertelt het verhaal van het landschap van Schouwen en Duiveland en van het omgaan met het dreigende water. Een interactieve tentoonstelling toont de periode van de prehistorie tot de bouw van de waterkering. Aan de muren hangen vele historische kaarten van Schouwen-Duiveland en wapens van vele verdronken dorpen. Het verhaal over het landschap wordt verteld aan de hand van de notities A.J.F. Fokker (1857-1929), een belangrijke dijkgraaf en burgemeester.
- In de meekrapkamer zijn een groot aantal objecten en kunstwerken die gerelateerd zijn aan het winnen en verkopen van meekrap, een plant die werd gebruikt om een rode kleurstof te verkrijgen. Meekrap was voor Schouwen-Duiveland één van de grootste exportproducten en Zierikzee stond bekend om de goede kwaliteit meekrap. De meekrap werd verwerkt in 20 fabriekjes op het eiland en werd daarna gekeurd in de waag van het stadhuis.
- In de modellenkamer bevinden zich de modellen van verschillende bouwwerken en bouwtuigen uit de 18e eeuw. Deze schaalmodellen van bruggen, sluizen, kranen en veel meer, zijn gemaakt door Johannes van Es, die ook architect was van de verbouwing van het stadhuis in 1775-1779. Sommige van deze modellen waren tentoongesteld voor Koning Lodewijk Napoleon tijdens zijn bezoek in 1809.
- In de Raadzaal is nog veel van het 18e-eeuwse interieur te zien. Bijvoorbeeld de grisailles van Marten Josef Geeraerts die Minerva en de Kreeftenhandel representeren. De stijl van de Raadzaal is volledig in Lodewijk XV-stijl. In de kamer is zilver en glaswerk uit de 19e eeuw geëxposeerd. Hier hangen zes stillevenfoto’s van Adri Verburg die de thema’s van het museum representeren.
- De tentoonstellingszaal vertelt verschillende verhalen van de geschiedenis van Zierikzee. Eén van deze verhalen is dat van Zierikzee in de jaren tussen 1200 en 1600, de welvarendste periode in de geschiedenis van de stad. Een ander verhaal gaat over de periode tussen 1500 en 1900 waarin Zierikzee, de wereld en de wereldzeeën verkende. Het laat de vele exotische schatten zien die door de jaren heen door Zierikzeese ontdekkingsreizigers uit de wereld zijn meegenomen. Hierbij hoort ook de Kajak van Zierikzee, deze 17e of 18e-eeuwse kajak uit Groenland is een van de oudst bewaard gebleven kajakken in de wereld. In deze zaal wordt ook het oude stadsarchief uitgelicht en het verhaal verteld van de Sint-Lievensmonsterkerk.
- In de Thesaurierszaal, zijn verscheidende objecten die gaan over de natuurwetenschappelijke geschiedenis van Schouwen-Duiveland. Het kabinet van de lokale medicus en onderzoeker Job Baster, dat gemaakt is uit schelpen, staat op een prominente plek in de zaal. In een vitrine tegen de wand worden natuurwetenschappelijke apparaten getoond. Tevens zijn er fossielen te zien, die gevonden zijn in de Oosterschelde en die verwijzen naar een tijd dat de zeespiegel zo laag was dat Engeland en Zeeland aan elkaar vastzaten.
- De trouwzaal, die nu vooral wordt gebruikt voor trouwerijen, is waar vroeger de stedelijke vierschaar was. De kamer is grotendeels nog in de 18e-eeuwse stijl met de tribune en Schepenbank. Hier worden ook verschillende zilveren stukken tentoongesteld.
- De torenkamer bevindt zich boven in het Stadhuis en bevat vooral stukken die met de toren en de beiaardier te maken hebben. Hier staat het schaalmodel van de toren, vervaardigd door stadsbouwmeester Johannes van Es.
- De tegelkamer is ook boven in het Stadhuis te vinden. In deze zaal zie je ook een historische wandbetegeling uit een oude Nederlandse boerderij. Er zijn ook oude kerkbeelden te vinden die later zijn gebruikt om een paardenstal te versieren.
- De vleeshal is het oudste gedeelte van het stadhuis. De vleeshal werd vroeger gebruikt voor de slagers van Zierikzee die er hun waren verkochten. De zaal is er nu nog, en is ingericht om de bezoeker een kijkje te geven in de geschiedenis van de vleeshal zelf.
- De waag, die zich naast de vleeshal bevindt, is de plek waar vroeger de meekrap van het eiland werd gekeurd, gewogen en gedistribueerd.
- In het Maritiem Museum in Zierikzee zijn de oudste scheepsmodellen te bezichtigen. Uniek zijn de fossiele botten en kiezen van mammoeten die zijn opgevist uit de Oosterschelde. Het gebouw waarin het museum gevestigd deed eeuwenlang dienst als stadsgevangenis. In de eikenhouten muren zijn inscripties en tekeningen te vinden van gevangenen. De oudste inscriptie dateert uit 1577.
Meer informatie vind je hier.
Oude Haven
Ten slotte raad ik je aan om een wandeling te maken door de oude haven. Een gezellige plek, met mooie oude patricierswoningen. Hier stroomt het water van de Oosterschelde de Oude Haven in. Het is een getijhaven, omdat de Oosterschelde in rechtstreekse verbinding staat met de Noordzee. Eeuwenlang kwamen hier de schepen om te laden en te lossen die naar het toen nog bekende einde van de wereld of exotische bestemmingen zoals Groenland vaarden. Aan het eind van de 19de eeuw is de haven deels gedempt. het deel dat over is, is een museumhaven. Er is een buiten- en binnendeel te bezoeken. Meer informatie vind je hier.
Nieuwe haven / Jachthaven
Naast de oude haven is er ook de nieuwe haven. Deze functioneert als jachthaven en is de drukste passantenhaven van Zeeland met maar liefst 170 ligplaatsen. Maar wordt ook gebruikt voor de visserij. Langs de kade vind je vele restaurantjes en terrasjes voor een drankje of om wat te eten.
Zeilen & Zeehonden spotten met kinderen
Met kinderen is het een aanrader om mee te gaan op een boottocht voor een leuk zeiltochtje. Of misschien wel om te vissen of zeehonden te spotten!
Geschiedenis Zierikzee
Aan het eind van de middeleeuwen was Zierikzee een strategisch belangrijke plaats in Zeeland en omgeving. Daarom werd de stad meerdere malen belegerd door Vlaamse troepen, maar de Vlamingen slaagden er niet in Zierikzee in te nemen en werden uiteindelijk verslagen in de slag bij Zierikzee op 11 augustus 1304. Ook waren er grote stadsbranden. In 1414 brandde de helft van de stad af. In 1458 werd het beste deel van de stad (het Begijnhof en het klooster van de Franciscanen, Minderbroederklooster) vernietigd door de brand. In de Tachtigjarige Oorlog werd Zierikzee op 8 augustus 1572 door geuzen ingenomen. In september 1575 landden Spaanse troepen op Schouwen en Duiveland, en gaf de stad zich over op 29 juni 1576, maar vier maanden later ontstond er muiterij onder de Spaanse soldaten wegens achterstallige betalingen, waarna de Spanjaarden vertrokken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden op 30 april 1917 door een verdwaalde Britse piloot zes bommen op de stad geworpen. De piloot dacht dat hij boven Zeebrugge was. Er vielen drie slachtoffers.
Tegenwoordig is de gemeente Zierikzee onderdeel van de gemeente Schouwen-Duiveland. Het gemeentehuis staat wel in Zierikzee. Dit gebouw is erg bijzonder en lijkt op het Guggenheim Museum van Bilbao. Het wapen van Zierikzee is van keel (rood), beladen met een klimmende leeuw van sabel (zwart). Die leeuw is nu als schildhouder opgenomen in het wapen van Schouwen-Duiveland.
Ben jij al eens in Zierikzee geweest?
- Weimar Goethe; Bezienswaardigheden & Activiteiten - 30 augustus 2024
- Madrid Stedentrip; Bezienswaardigheden & Activiteiten - 10 juli 2024
- Tweede Wereldoorlog; interessante monumenten en musea in Nederland - 1 november 2022
Leave a comment