Tijdens mijn vakantie in Krakau (zomer 2005) heb ik een aantal reisjes gemaakt buiten de stad. Met trein of bus kom je een heel eind. Ook zijn er veel georganiseerde tochten. Maar je kan natuurlijk ook op eigen gelegenheid met de auto ernaartoe. In deze blog vertel ik over de beroemde zoutmijnen van Wieliczka en Bochnia. Ook is er nog een mooi natuurgebied.
Wieliczka
Dit is een stad in de Poolse regio Klein-Polen. De stad is gesticht vanwege het bestaan van grote ondergrondse zoutlagen. Dat zout is hier gekomen doordat hier ooit zee was. De zoutvlakte heeft een enorme oppervlakte. Al meer dan 5000 jaar geleden werd op deze plaats zout gewonnen door verdamping van het zilte water uit de bronnen. Voordat ik meer vertel over deze bijzondere zoutmijn, eerst een paar tips voor het stadje zelf.
Marktplein
Het centrale punt van de stad net als in Krakau en in Warschau. Gezellige plek om een terrasje te pakken en wat gevels te bekijken. Ook staan er wat beelden die met de zoutwinning te maken hebben. Een belangrijk gebouw is het Prychodzki Paleis, een mooi neoclassicistisch gebouw.
St. Clemenskerk
Dit is een prachtige kerk zeer dicht bij de zoutmijnen. Loop over het plein met het indrukwekkende kruisbeeld. De kerk heeft diverse prachtige altaren en een geweldige plafond. De eenvoudige toren in roze gloed is ook bijzonder.
St. Sebastiaankerk
Deze kerk is gebouwd in de 16e eeuw en is van hout; de kerk is in het begin van de 20e eeuw beschilderd door Włodziemierz Tetmajer. Het heeft een schitterend gekleurd interieur met veel schilderijen. Vooral het altaargedeelte is prachtig.
Konopków Paleis
Het paleis is gebouwd tegen het einde van de 19de eeuw. Oorspronkelijk was het gebouw een onderdeel van een veel groter paleiscomplex, met boerderijen, tuinen en een park met een vijver. Begin 20ste eeuw werd het complex verkocht en verbouwd in classicistische stijl. In de jaren vijftig kwam de Openbare Bibliotheek in het gebouw. Het gebouw verpauperde in de jaren 80 en het leek even dat het gesloopt zou worden. Rond de eeuwwisseling is het grondig gerenoveerd. Het is niet van binnen te bezichtigen.
Kasteel (Żupny)
Dit kasteel werd gebouwd aan het eind van de 13de eeuw. Het diende als administratief centrum van één van de grootste bedrijven in Europa in die tijd: de Zoutmijn. In het kasteel waren een Hof, een gevangenis, een keuken en een kapel. Vanaf de toren werden de mijnwerkers opgeroepen om te werken. De lonen werden betaald in het kasteel en ook de ambtenaren woonden er. In de Oostenrijkse Tijd (18e/19e eeuw) konden toeristen al een bezoekje brengen aan de mijnen.
In 1945 werd het kasteel beschadigd door bombardementen van de Sovjet-Unie. In 1985 was het complex gerenoveerd en opende er het museum Wieliczka de deuren voor bezoekers. De meeste bezoekers lopen direct naar de mijnen, maar ook het kasteel is een bezoekje waard. Er zijn vaste en tijdelijke tentoonstellingen.
Meer informatie vind je hier.
Wieliczka Zoutmijn
De Wieliczka-zoutmijn wordt al meer dan 700 jaar gebruikt. Een labyrint van kilometerslange gangen verbindt diverse ondergrondse zalen. Jaarlijks wordt dit complex nog uitgebreid vanwege de nog steeds plaatsvindende zoutwinning. Over de zoutgrotten van Wieliczka bestaan verschillende verhalen. Eén ervan gaat over de heilige Cunegonda van Polen. Zij trouwde in 1239 met de Poolse Koning Boleslaus de Kuise.
Het verhaal gaat dat zij voor haar vertrek naar Polen haar ring in een zoutmijn in Hongarije gooide. Bij haar aankomst in Krakau, de toenmalige hoofdstad van Polen, ging de bevolking op zoek naar de ring en vond die in de kloven bij Wieliczka. Volgens de mythe had de ring haar gevolgd en het zout meegenomen. Ook wordt beweerd dat het klimaat een geneeskrachtige werking heeft.
De zoutmijn heeft veel bijgedragen aan de welvaart van de stad. De mijn is één van de oudste zoutmijnen ter wereld. Het winnen van zout op deze plek werd voor het eerst vermeld in 1044. De gangen van de mijn zijn in totaal 300 kilometer lang en bereiken een diepte van 327 meter. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de zoutmijn gebruikt door de Duitse bezetters als opslagplaats. In 1992 is de productie van zout er stopgezet, na een grote overstroming.
De zoutmijn stond op de allereerste Werelderfgoedlijst uit 1978. Tussen 1989 en 1998 stond hij ook op de lijst van bedreigd erfgoed omdat de zoutsculpturen werden aangetast door vocht. Een groot conservatieprogramma heeft dit tij weten te keren. De inschrijving werd in 2013 uitgebreid met de toevoeging van de Bochnia-zoutmijn.
Omdat de lucht in de mijn vrij is van vervuiling en rijk is aan micronutriënten, heeft men een kuuroord gebouwd op 135 meter diepte. De mijn is ook bijzonder vanwege zijn lange toeristische traditie. Al aan het einde van de 15e eeuw kwam de elite dit ondergrondse wonder aanschouwen. Bezoekers worden tegenwoordig rondgeleid over een 3.5 km lange route langs standbeelden van historische en mythische figuren, allemaal uitgehouwen in het rotsachtige zout. Verder zijn er een ondergronds meer, een kapel en worden er oude werktuigen getoond ter illustratie van de geschiedenis van de zoutwinning. Elk jaar bezoeken zo’n 800.000 toeristen de mijn.
De prachtige Kapel van St. Kinga is een waar hoogtepunt en ook het Krakau Saltworks Museum mag je niet overslaan. Als je op zoek bent naar avontuur en het werk in de mijn wilt leren kennen, kun je een spannende reis maken langs de Mijnroute. Je kunt hier de rol van mijnwerker spelen. Er zijn verschillende soorten rondleidingen te boeken.
Meer informatie vind je hier.
Bochnia Zoutmijn
De Bochnia-zoutmijn is één van de oudste zoutmijnen ter wereld en was tot de sluiting in 1990 de oudste Poolse én Europese zoutmijn nog in exploitatie. Het winnen van zout op deze plek startte in de 12de of 13de eeuw. In 2013 werd de Bochnia-zoutmijn mee opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO als een uitbreiding.
De ontdekking van zout in de ondergrond van Bochnia trok direct de aandacht van Groothertog Bolesław. Hij investeerde in de ontginning en gaf de stad de nodige ondersteuning. Toen ook in Wieliczka zout werd gevonden werden de twee mijnen al in de middeleeuwen gekoppeld als de zoutwerken van Krakau, en kwamen ze onder koninklijk gezag. Het belang van de mijnen ging in die tijd zo ver dat de exploitatie een derde van de totale inkomsten van de schatkist leverde. Koning Casimir de Grote gaf de inwoners van Bochnia speciale rechten, en betaalde de bouw van een ziekenhuis voor de mijnwerkers, het eerste ziekenhuis in Polen voor werklieden. Deze zoutmijn ligt wat verder weg van Krakau.
Meer informatie vind je hier.
Nationaal Park Ojców (Ojcowsk)
Nationaal Park Ojców is het kleinste nationaal park in Polen. Het park werd opgericht in 1956 en is 21,46 vierkante kilometer groot. Het nationaal park omvat bossen, grotten, heuvels en vele rotsformaties. Daarnaast is er een kasteelruïne en een kasteel. In het park leven bevers, dassen, hermelijnen, 15 vleermuissoorten en 135 vogelsoorten. In het park zijn verschillende wandelpaden aangelegd. Ook is er in het dorpje Ojcow een klein informatiecentrum en zijn er verschillende horecagelegenheden. Het park is vanuit Krakau per bus bereikbaar.
Heb jij al eens een bezoekje gebracht aan deze zoutmijnen?
- Weimar Goethe; Bezienswaardigheden & Activiteiten - 30 augustus 2024
- Madrid Stedentrip; Bezienswaardigheden & Activiteiten - 10 juli 2024
- Tweede Wereldoorlog; interessante monumenten en musea in Nederland - 1 november 2022
Leave a comment